Ledlampjes, iedereen kent ze wel als de knipperende rode lampjes op allerlei apparaten. Waarschijnlijk heb je ze wel eens los gezien, als al dan niet gekleurde knopjes met twee contactjes eraan. Maar wat is er nu zo bijzonder aan?
Led komt oorspronkelijk van het Engelse “light emitting diode”. Een diode is een onderdeel van een elektrische schakeling en een eigenschap van veel diodes is dat de stroom slechts één kant op kan gaan. Diode komt weer van di (twee) en elektrode. Elektrodes zijn contactpunten om stroom te laten lopen zonder dat het direct door een draadje gaat. In sommige gevallen geeft dit licht, en zo komen we bij de led.
Hoe wordt het gemaakt?
Een led kan worden gemaakt met bijvoorbeeld silicium. Er zit dan een plaatje van silicium(met wat koolstof) aan de elektrode vastgemaakt en het plaatje is aan beide kanten verschillend afgesteld. Als men er dan stroom doorheen laat gaan, kunnen er elektronen in het plaatje van energieniveau veranderen. Dan ontstaat er licht. Tegenwoordig zijn er heel veel manieren om een led te maken, en zijn de leds verkrijgbaar in veel verschillende kleuren, afhankelijk van het materiaal.
Voordelen
Rode ledlampjes (en infrarode, zoals in afstandsbedieningen) zijn verreweg het bekendst. Dat komt omdat ze ook het meest efficiënt zijn. Andere kleuren zijn al gauw minder efficiënt. De efficiëntie en de lange levensduur zijn dan ook de grote voordelen van leds. Leds geven vaak niet erg veel licht in vergelijking met andere bronnen. Dus tot voor kort werden ze slechts beperkt gebruikt. De laatste tijd is er echter veel vooruitgang geweest in de productie van de benodigde materialen en zijn er dan ook veel ontwikkelingen op het gebied van ledlampen die de nadelen weghalen en de voordelen behouden.